Het edele druivensap wil graag zijn aroma, zijn vele markante smaken en vooral zijn volle rijpheid aan de liefhebber schenken. Wie wijn als bier drinkt, zal nooit de noten, het fruit of de rijping in een oud eikenhouten vat kunnen proeven. Wijn kun je op vier verschillende wijzen kenmerken en die kenmerken hebben stuk voor stuk ook met de temperatuur te maken.

  • Jonge wijn, die zijn vurigheid wil afgeven. Denk aan de derde donderdag van november, de dag dat de jonge Beaujolais aangeboden wordt. Net twee maandjes oud, maar o zo vol vreugde en frisheid;
  • Witte wijn. Een witte wijn biedt meer dan de smaak van een druif. Hij kan zoet, fris of droog zijn. Hij zorgt voor sensatie in de mond op een geheel eigen wijze, dankzij de toegevoegde perziken, noten of die heerlijke mirabellen;
  • Rode wijn. Een rode wijn heeft als DNA de streek waar hij geboren is. Dat is het eerste wat hem kenmerkt. Daarna komt zijn karakter, zijn eigengereidheid en de volle smaak tot uiting;
  • Mousserende wijn en champagne kenmerken zich door hun bijzondere belevenis. In de mond spelen ze met de smaakpapillen. Ze bieden zich sprankelend aan en veranderen daarna in een extase van zoet of droog;

Temperatuur wijn

Wijn wordt gemaakt om, zoals dat in Zuid-Europa gebeurt, bij het eten te drinken. Eenvoudig, herkenbaar en vooral ondersteunend om de smaken te verrijken. Wijn wordt ook gemaakt om te genieten. Daarbij is de temperatuur mede bepalend. Een mooie rode wijn koud aanbieden is een doodzonde. Een heerlijke frisse witte wijn lauw aanbieden eveneens. De geldende regels zijn:

  • Rood tussen 14 en 18 graden;
  • Wit vanaf 7 tot 12 graden;
  • Rosé kan tussen 7 en 14 graden;
  • Mousserend tussen 6 en 12 graden.

Maar wat doen we dan met een Valpolicella of een Bartolino. Beide Italiaanse wijnen smaken uitstekend wanneer ze een temperatuur tussen 8 en 12 graden hebben? Of een uitstekende Pinot Noir, die ook bij 21 graden heerlijk tot zijn recht komt? 

Vuistregels

Wijn drinken is iets persoonlijks. Dat begint al met de keuze van welke soort wijn iemand koopt. Wat voor de ene een genot is, kan voor de ander een draak van een wijn zijn. En, uiteraard, het omgekeerde geldt eveneens. Is dit ook niet zo met de temperatuur die een wijn moet hebben? Is het niet zo dat de 'regels' meer vuistregels zijn en iedereen zelf moet bepalen hoe de wijn gedronken wordt? Net als bij vlees. Voor de een is bien cuit een gruwel. Voor de ander saignant. Het beste advies is dan ook: geniet van een wijn, zoals je dat zelf het lekkerst vindt. Mocht je twijfelen, kies er dan eens voor om een Pomerol op 21 graden te proeven. Een echte sensatie.