Het grote gevolg was dat in de loop van de 19de eeuw bijna geen enkele wijngaard, wijnregio of wijnboer in Europa gespaard bleef. Vele wijngebieden in Europa werden volledig uitgeroeid door deze epidemie. En in vele wijnfamilies speelde zich heuse drama's af, wijndomeinen gingen failliet en vele tienduizenden verloren hun job. Pas in de 20ste eeuw werd er een definitieve oplossing gevonden om dit gevaar af te wenden. Maar voor vele domeinen en regio's kwam dit veel te laat. 

Een razendsnelle opmars...

De druifluis, oftewel Phylloxera Vastatrix is slechts 1 milimeter groot. Het is dan ook niet de grootte die het beestje zo gevaarlijk maakt, maar zijn vermogen om in zeer korte tijd enorme hoeveelheden nakomelingen te produceren. Al sinds de Romeinen wordt er in Europa aan wijnbouw gedaan, maar tot aan de 19de eeuw was de druifluis ongekend in onze contreien. Pas toen er door een toenemende handel en technologie stoomboten de Atlantische Oceaan begonnen over te steken, slaagde dit klein gevaarlijk insect voet aan wal te krijgen in Europa. 

In 1863 kwamen de eerste signalen van massale sterfte van druivelaars in de Provence en nadien in de Rhône vallei. Snel werd duidelijk dat men te maken had met een ongekend onheil. Wijnstokken stierven af, stuk na stuk, wijngaard voor wijngaard. Het probleem breidde zich als een olievlek uit over de Europese wijngaarden. Pas na jaren van onderzoek kwam men erachter dat het een klein druifluisje was dat die problemen veroorzaakte. Het insect vormt gallen ("blaasjes") met eitjes op de bladeren van de druivelaars. Dit zorgde voor een afschuwelijk zicht van misvormde wijngaarden. Achteraf is echter gebleken dat dit verschijnsel redelijk onschuldig is. De grote schade wordt echter ondergronds veroorzaakt. De druifluis prikt wondjes in de wortels waardoor de druivelaars hun vocht en mineralen verliezen en infecties optreden. 

Uitroken, koeienurine en tabakspoeder

Maar wat kon men tegen dit monstertje doen? Hoe het te verslaan? Wanhopige wijnboeren probeerden van alles. Sommigen probeerden hem uit te roken. Anderen rooiden hun wijnstokken en plantten nieuwe aan, die vervolgens ook stierven. Anderen kwamen zelfs op het idee om koeienurine over de planten te sprenkelen, of tabakspoeder te strooien. Er zijn zelfs verhalen bekend van wijnboeren die in zwavelzuur opgeloste botten over hun wijngaard strooiden. Maar niets hielp…

Enten op Amerikaanse stokken

Na meer dan twintig jaar en 2,5 miljoen hectare aan verwoestte wijngaarden kwam eindelijk de oplossing. Amerikaanse wijnstokken bleken resistent tegen het luisje. Overal in Europa begonnen wijnboeren met het enten van hun Europese druivenrassen op Amerikaanse wortelstokken. Veel handwerk, dat wel. Alleen al op Sicilië werden er 26 miljoen nieuwe stokken aangeplant. Het werd een race tegen de klok. Verschillende regio's als het Franse Zuidwesten raakten achterop en verloren de concurrentiestrijd met regio's die hun wijngaarden sneller weer op orde hadden. 


Nog steeds is de Phylloxera niet uitgeroeid en onschadelijk. Wel hebben we er mee leren leven. In vele wijngaarden in Europa kan je nog steeds de gallen terugvinden op de bladeren. Maar dankzij het feit dat bijna alle druivelaars vandaag geënt zijn, lopen deze geen gevaar. Sommige wijnboeren in afgelegen wijnregio's in bv.Chili of op zanderige bodems als waar het insect moeilijk gedijt zoals in Médoc durven opnieuw te experimenteren met ongeënte druivelaars.