13 / Feb / 2017
Hoe moet je wijnproeven?
Op wijnproeverijen of in restaurants zal je wel een keer een wijn moeten proeven. Om een wijn te beoordelen, moet je deze kunnen beschrijven. Met deze tips leer je op de juiste dingen letten.

Om te bepalen of een wijn bij een gerecht past of dat deze lekker is moet je deze kunnen beschrijven en een oordeel aan de wijn kunnen hangen. Wijnproeven ziet er vaak lastig en ingewikkeld uit.
Wijnproeven met drie zintuigen
Tijdens het wijnproeven gebruik je drie van de vijf zintuigen die je hebt. Zien, ruiken en natuurlijk proeven.
De ogen zien de helderheid en de kleur die de wijn heeft. Een bruine tint kan erop wijzen dat de wijn wat ouder is. De neus ruikt de aroma's zoals bloemen of fruit, maar kunnen ook wijzen op kwaliteit van de wijn en in hoeverre deze goed te bewaren is. De mond smaakt de zoetheid of de droogheid van de wijn. Misschien is dit wel het belangrijkste zintuig, want met de mond vestig je uiteindelijk toch vooral het oordeel of de wijn je wel of niet bevalt.
Proeven met de ogen
Om wijn te kunnen keuren met zicht, dien je een wit papiertje achter het glas te houden. Op deze manier kan je de kleur en de intensiteit van de wijn bepalen. Vaak geldt dat hoe donkerder de kleur is, hoe voller de wijn van smaak is.
Keuren met de neus
Het is belangrijk dat wanneer je gaat ruiken aan een wijn dat je niet meteen begint met walsen. Je kunt eventuele fouten ruiken in bijvoorbeeld de kurk of de oxidatie. Dan kun je de eerste aroma's van de wijn ontdekken, zoals bloemen, fruit, hout, enzovoort. Vervolgens wals je de wijn en ruik je opnieuw. De lucht laat de wijn nu tot leven komen en geeft deze meer kracht. Je kunt nu als het goed is meer 'ontwikkelde' aroma's ruiken, die je de eerste keer nog niet rook. Vervolgens kan je nog meer walsen en ruiken om de ontwikkelde geuren samen te brengen en de ontwikkeling van de aroma's mee te maken.
Het echte wijnproeven
Als je de wijn nu gaat drinken, is het belangrijk om de wijn niet meteen naar binnen te gieten. Wals de wijn rustig door je mond en laat alle smaakpapillen in je mond van de wijn genieten. Dat wil zeggen het tandvlees, gehemelte, tanden enzovoort. Wanneer je een beetje lucht bij de wijn zuigt worden de aroma's sterker. Let op het 'gewicht' van de wijn en de 'textuur' van de wijn.
Het is belangrijk om overal in de mond te proeven, omdat smaakpapillen die een bepaalde smaak waarnemen maar op bepaalde plekken op de tong voorkomen. Zo komt zoet voor vooraan op de tong, zuur aan de zijkanten en bitter op de achterzijde.
Als je deze stappen zorgvuldig uitvoert zul je al een heel eind komen met het proeven van je (eerste) wijntje. Het is wennen in het begin, zeker als je nog niet veel vergelijkingsmateriaal hebt, maar naar verloop van tijd begin je er vast en zeker meer gevoel voor te krijgen en zal het je steeds beter afgaan.
Zin om zelf wijn te leren proeven? Kom naar onze wijncursus!