Hoewel Spanje het land is met het grootste oppervlak aan wijnbouwgebied ter wereld, is het zeker niet de grootste producent qua hoeveelheden wijn... Voorstelbaar: van alle wijnproducerende landen is Spanje het meest bergachtig. De omstandigheden waaronder de druiven in grote delen van het land geteeld worden zijn hierdoor lastig en de opbrengsten per hectare relatief laag. De ligging op grote hoogte levert dan misschien wel en laag rendement op, het geeft tegelijkertijd de mogelijkheid tot het maken van geconcentreerde, spannende wijnen. De grote verschillen in temperatuur tussen de seizoenen en vooral de grote wisselingen tussen de dag- en nacht temperatuur, maken het mogelijk om wijnen te creëren die kracht en rijke smaak combineren met voldoende frisheid.

La Mancha is het grootste afgebakende wijngebied, niet alleen in Spanje, maar in heel Europa. Het wijnbouwgebied beslaat een uitgestrekt gebied van het centrale Iberische plateau en beslaat bijna de helft van de grote regio Castilla-La Mancha. Het wordt begrensd door Valencia en Murcia in het oosten, Extremadura in het westen, Andalusië in het zuiden en Madrid in het noordwesten. Er zijn hier meer dan 190.000 hectare wijngaard.

Niet alleen een van de grootste wijngebieden van Spanje, het is ook een van de oudste. Men denkt dat wijnmaken hier in de Romeinse tijd is ontstaan en zeker in de middeleeuwen wijdverspreid was. Onder Moorse heerschappij tussen de 8e en 15e eeuw stond het bekend als al-mansha. Dit betekent "uitgedroogde aarde" – een beschrijving voor het dorre landschap hier.

Omdat Castilla-La Mancha honderden jaren een soort niemandsland was tussen de christenen en de Arabieren, is de wijnbouw er tot in de 13e eeuw van weinig betekenis geweest.