Het op voorhand openen van een fles wijn, staat toe om de wijn even te laten ademen en hierdoor zijn evenwicht kan terugvinden. Zuurstof zorgt er mede voor dat enkele ongewenste geuren vervliegen (we denken hierbij vooral aan reductieve "sulfer" geuren) en de echte aroma’s van de wijn de kans krijgen om te ontwikkelen.

Welke wijnen hebben lucht nodig?

Voor vele lichte, fruitige witte, rode en rosé wijnen (tussen 1 à 3 jaar oud) volstaat het walsen in het glas om voldoende zuurstof in de wijn te krijgen. Kies bij voorkeur voor een aangepast wijnglas voor het type wijn.

Voor krachtige rode wijnen met veel bewaarpotentieel (en vaak veel houtopvoeding) kan het ook nuttig zijn deze te "karafferen" (of beluchten) als ze jong gedronken worden. Deze wijnen kunnen immers vaak gesloten of hard overkomen. Door de wijnen over te gieten in een karaf wordt het luchtcontact bevorderd, dit enerzijds door het overgieten zelf als door het grotere luchtcontact vs. oppervlakte in de karaf. Hierdoor zullen de aroma's zich meer openen, en ook harde tannines kunnen hierdoor lichtjes verzacht worden, dit alles om een harmonieuzer gevoel in de mond te creëren. Een advies is om de wijn enkele uren voor het schenken te karafferen om zo het luchtcontact optimaal te bevorderen.

Voor oudere rode wijnen zijn de tannines al van nature al beter geïntegreerd, maar ook hier kunnen aroma’s vaak gesloten overkomen doordat de wijn lang opgesloten was in de fles. Ook deze wijnen kan je karafferen. Hetzelfde geldt trouwens voor witte wijnen.  

Welke karaf?

Kies voor een ruime karaf waarbij het luchtcontact zo groot mogelijk is. De meeste karaffen zijn hier uiteraard speciaal voor ontworpen. Daarnaast draagt het karafferen ook bij tot het ritueel van wijn serveren en creëert het een extra belevenis bij het schenken van die speciale fles. De karaffen van Riedel springen in het oog door hun prachtig design maar zijn daarnaast ook technisch ontworpen om het luchtcontact zo efficiënt mogelijk te laten gebeuren.

Karafferen vs decanteren

Karafferen heeft dus als hoofddoel de wijn te laten ademen en openkomen. Decanteren daarentegen gebeurt voornamelijk bij oudere wijnen (bv. vintage porto). Tijdens de bewaring zal er zich een bezinksel vormen van wijnsteenzuur, tannines, anthocyanen, etc. Ook ongefilterde wijnen bevatten vaak een bezinksel dat kan zorgen voor onaangename ervaring in de mond. Daarom gaat men deze wijnen overgieten in een karaf om het bezinksel te scheiden van de wijn. Hierbij kiest men best voor een smallere karaf en giet men het klare gedeelte op een zorgzame wijze hierin over. De aroma’s van dergelijke oude wijnen zullen sneller vervliegen en moeten dus gekoesterd worden. Het decanteren hoeft dus ook niet lang op voorhand te gebeuren.